GESCHIEDENIS

Uitbouw van de stad vóór 1900.

Staatsgronden waren vrij gekomen door het verwijderen van de stadsomwalling.

De eerste ingreep bestond uit het aanleggen van een ‘boulevard’. De vorst had hiertoe de plannen laten opmaken, dat aan de gemeenteraad werd overhandigd en dat werd goedgekeurd op 12 oktober 1888. De stad zou de financiering zelf op zich nemen. De grootschaligheid van het project - de ‘boulevard’ had een breedte van 25 meter, het tracé en de wijze van de profilering en aanleg lieten vermoeden dat men hier bewust een weg bedoelde, met ‘grote allure’ en die zou afsteken tegen de nauwheid en de gedrongenheid van het, naar onze mening nochtans vrij ruime middeleeuwse stadspatroon van het stadscentrum.

gedeelte plan 1900 Het tweede interessepunt van de vorst was het stichten van een ‘jardin public’. De staat had inmiddels, buiten de terreinen begrepen in de acte va 1874, een schenking gedaan aan de stad Nieuwpoort van 5 ha 77 48 ca, op voorwaarde dat de stad deze zou nivelleren en er een park zou aanleggen. Deze terreinen waren ten westen van de stad gelegen, langs de Oude Veurnevaart. Leopold II liet op eigen kosten een plan maken en deed hiervoor een beroep op de Londense architect, W. Kidner, aan wie hij vroeg hem verschillende voorstellen te doen. Het project dat deze in 1889 uitwerkte, bleek op geen enkele wijze aansluiting te zoeken met de bestaande stadsstructuur, waardoor een zekere afstandelijkheid werd gecreëerd t.o.v. de binnenstad. De aard en de uitwerking van beide projecten, doen vermoeden welk soort van public Leopold II en het stadsbestuur trachten te bereiken; de toekomstige gebruikers van deze aan Nieuwpoort vreemde grootstedelijke ingrepen, zouden meer gegoede inwoner zijn van de ‘nieuwe stad”, die zich op de militaire terreinen zou ontwikkelen. Het park en de boulevard waren hierbij de structurerende elementen van het toekomstig opbouwpatroon, en hadden duidelijk als functie vooral het neo-bourgoiskapitaal met meer indringendheid aan te trekken om investeringen te doen in het nieuwe stadsdeel.
Ondanks het verdere aandringen van de vorst, werd geen van beide projecten gerealiseerd bij gebrek aan financiële middelen. In de plaats van de prestigieuze boulevard werd een dreef van beperkte afmetingen aangelegd en slechts 2 ha 16 a 62 ca werden als ‘jardin public’ ingericht. De gerealiseerde delen bleken te beperkt om aan het verwachtingspatroon van de grondspeculanten te voldoen. Wel was de stad erin geslaagd de militaire terreinen opnieuw in haar bezit te krijgen, toen deze openbaar te koop werden gesteld in 1895. Aldus plaatste ze zich weer in de situatie van 1874. Dit opende meteen brede perspectieven die aanleiding gaven tot nieuwe projecten.

plan Kidner

“Pleasure Grounds and Park Nieuport Belgium” werd ontworpen door de Engelse architect W. Kidner in 1889, waarbij het park onderdeel vormde van een groots landschapspark, dat zich uitstrekte langs de ommuurde stad. De voormalige sluizen en bruggen werden getransformeerd tot stadspark, waarbij de waterpartijen, grachten en kanalen een voor de hand liggende aanleiding vormden voor een landschappelijke inrichting. Het ontwerp is een stijl die refereert aan de Engelse landschapsstijl. Een geïdealiseerd landschap wordt gecreëerd, met slingerende paden, vijverpartijen, patio’s en veerponden.
Deze plannen liggen ter bewaring in het Koninklijk Archief en werden nooit uitgevoerd.

 

plan Kidner   plan Kidner

Koninklijke schenking

Naar aanleiding van de 65ste verjaardag van Koning Leopold II verscheen in het Staatsblad van 9 april 1900 volgende tekst:

staatsblad - schenking

 

 

« Deux parcelles de terrain, près de la station du chemin de fer, d’une contenance de 3 hectares 63 ares et 35 centiares, étant les lots 9 et 10 des immeubles vendus publiquement le 26 aout 1895 à la requête de la société des terrains militaires de Nieuport. (foto staatsblad ?)
Conditions :
Ces terrains sont donnés à charge par le donataire d’en maintenis le boisement et à la condition de ne jamais les aliéner ni les transformer en terrain à bâtir. »

Deze militaire staatsgronden werden geschonken (Koninklijke Schenking) onder voorbehoud van het aanleggen van parken en recreatiegronden. Het was de wens van Leopold II om brede boulevards, grasperken en tuinen aan te leggen.

 

 

 

annex staatsblad

 

Oorsprong Koninklijke schenking.

Leopold IIDe oorsprong van de Koninklijke Schenking is terug te vinden in de Regeerperiode van Koning Leopold II. Onder meer door zijn zakelijke activiteiten in de voormalige kroonkolonie Kongo had deze een aanzienlijk vermogen opgebouwd. Omdat hij niet wenste dat het vermogen bij zijn dood zou overgaan op zijn twee spilzuchtige dochters en hun buitenlandse echtgenoten schonk hij in 1903 een groot deel van zijn onroerend vermogen aan de Belgische Staat.(1) Aan de schenking zijn wel een aantal voorwaarden verbonden, zo mag onder meer de eigendom niet worden vervreemd, het karakter moet worden bewaard (oorspronkelijke functie en uitzicht) en het genotrecht van de goederen aan de Koninklijke familie moet worden verzekerd.(2)De Koninklijke Schenking moet daarnaast zelfbedruipend zijn, dat wil zeggen dat de opbrengsten voldoende moeten zijn om de kosten te dekken.(3) In 1930 werd om het patrimonium beter te kunnen beheren – het beheer was in de loop van de tijd immers over verschillende departementen verspreid – een openbare instelling opgericht onder toezicht van de minister van Financiën. De Koninklijke Schenking wordt beheerd door een beheerraad die bestaat uit 11 leden: vier dignitarissen of gewezen dignitarissen, een vertegenwoordiger van de rechterlijke macht, twee vertegenwoordigers van de respectievelijk openbare en private financiële sector, twee ambtenaren van respectievelijk het Vlaamse en Waalse bestuur, twee ambtenaren van de administratie van de B.T.W., Registratie en Domeinen. Het voorzitterschap wordt waargenomen door de Grootmaarschalk van het Hof.(4) Begin 2008 werd Geert Noels, voormalig hoofdeconoom van het succesvolle beurshuis Petercam aangesteld als nieuwe bestuurder van de Koninklijke Schenking om wat ‘nieuw bloed’ te brengen in de overwegend ‘oude’ raad van bestuur van de Koninklijke Schenking.(5)

De Koninklijke Schenking betreft een publieke instelling, en niet een privé-bezit.(6) De Koninklijke Schenking valt als bestuurlijke overheid onder artikel 32 GW en onder de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur.(7)

(1) R. SENELLE,  M. CLEMENT en E. VAN DE VELDE, “Handboek voor de Koning”, Lannoo 2004, p. 317.
(2) H. MATTHIJS, “De Koninklijke Schenking: een stand van zaken”, Documentatieblad FOD Financiën, 67e jaargang, nr. 2, 2e kwartaal 2007, p. 257.
(3) Art. 1 K.B. van 9 april 1930 omtrent het beheer van de Koninklijke Schenking, B.S. 29 mei 1930.
(4) Parlementaire vraag van de heer Vereycken van 29 april 1997, zittingsperiode 1996-1997, Bulletin 1-44.
(5) H. MATTHIJS, D. MATTHIJS en S. MERGAERTS, Overheidsbegrotingen – 1. Federale Staat, gemeenschappen en gewesten en bijzondere begrotingsstelsels, Die Keure, Brugge, 2009, p.46.
(6) Verslag namens het Bureau van de Senaat inzake de dotaties aan leden van de Koninklijke familie, 2 juli 2009, Parl.St. Senaat, nr. 4-1335/1, p. 8.
(7) 32 G.W.Ieder heeft het recht elk bestuursdocument te raadplegen en er een afschrift van te krijgen, behoudens in de gevallen en onder de voorwaarden bepaald door de wet, het decreet of de regel bedoeld in artikel 134.

Viérin’s Algemeen Plan van Aanleg

Voor de Wereldoorlog 1914-1918 werden de terreinen gelegen aan de Veurnevaart gebruikt voor paardenkoersen. Een ontwerpvoorstel (Viérin, 1914)  kwam ter discussie in de Interministeriële raad, wegens de bezwaren tegen het plaatsen van een park tussen station en stad omdat vooral het hotelwezen hieronder zou lijden. Bovendien speelden militaire overwegingen een rol, waarbij tenminste ruimte moest voorzien worden voor industriële vestigingen vlakbij het spoor. Viérin antwoordde dat Koning Leopold II het terrein in kwestie aan de stad heeft geschonken op voorwaarde dat zij er een openbaar park zou aanleggen. Viérin meende dan ook dat het terrein geen andere bestemming mocht krijgen.
Men vreesde dat bij de inplanting van een park achter het station (zoals voor de oorlog gepland werd) een situatie zou ontstaan die vergelijkbaar is met het Maria Hendrikapark te Oostende, waar het park door de spoorweg volledig van de stad werd afgesneden. Tenslotte werd beslist een groter park aan te leggen dan voorzien tussen stad en station. Viérin is het voorstel genegen en stelt voor om het park uit te breiden naar het zuiden, over de Steenweg naar Oostduinkerke.
plan Viérin

Dit park zou dan samen met het intussen beschermde “bois triangulaire” uitgebouwd kunnen worden tot een uitgebreide recreatiezone aan de rand van de stad. We moeten hierbij opmerken dat het “bois trangulaire” als oorlogssite werd geklasseerd, en bijgevolg niet als pretpark mocht ingericht worden. Viérin bedoelde waarschijnlijk de aansluiting van de oorlogsgetuigenis met het pretpark tot één groot geheel, zodat een belangrijke toeristische attractiepoll in Nieuwpoort zou ontstaan. In de verslagen werd gesproken van de Cités Jardins. Niettemin werd ook van deze plannen geen bewijs teruggevonden dat ook iets werd aangelegd.

“Ontwerp Park van Nieuwpoort (voor 1914)”
Het terein werd wel gebruikt voor paardenkoersen.

 Na WO I werden op de terreinen tussen station en stad noodwoningen opgetrokken die bleven staan tot de jaren ’50.

De na- oorlogsjaren.

Na WO II kende de stad een bijzondere heropleving die gepaard ging met de heropbouw van de stad en grote infrastructuurwerken zoals de kaaimuren. In 1954 werden ook talrijke beplantingen en verfraaiingwerken aangebracht, voetpaden verhard en wandelwegen aangelegd. De koortsachtige bouwperiode tussen 1953 en 1954 zorgde ervoor dat niemand nog twijfelde dat Nieuwpoort veel mooier, veel aantrekkelijker en veel ruimer was geworden. postkaart noodwoningen

In 1954 werden de laatste noodwoningen van het Albertfonds afgebroken en de aldus vrijgekomen gronden werden geürbaniseerd en nieuwe moderne lanen en voetpaden werden aangelegd. Het stadsbestuur zag zeer scherp toe op de gestelde bouwvoorwaarden en aldus kwam een echt residentiële wijk tot stand. In het midden ervan, werd het Koning Leopold II park aangelegd met keurige beplantingen en sierlijke verlichting. Een afzonderlijk gedeelte werd ingericht als speeltuin voor jeugdige kinderen. Fraaie wandelpaden, overal zitbanken, mooi, rustig, aangenaam en natuurlijk met veel zorg onderhouden door de stedelijke diensten.


postkaart noodwoningen   postkaart noodwoningen

Postkaarten van krotwoningen.

plan park 1954

Plan Leopold II park 1954

In 1955 werd de engelfiguur van de Nieuwpoortse beeldhouwer Pieter-Jan Braecke (1859-1938), geschonken door de Nationale Bank te Brussel aan Nieuwpoort. Een tweede aanpalend Koningin Astridpark werd ingericht met 5 tennisterreinen en clubhuis.

luchtfoto park en zwembadIn 1961 werd het openlucht- en verwarmd zwembad in het stadspark geopend: het eerste openluchtzwembad met olympische afmetingen en uitgevoerd met eigen werklieden van de technische dienst. Enkele jaren later kwam een kleiner en ondiep bad voor de kleuters en een prachtig solarium. Eind jaren zestig werd gestart met de bouw van het Kaartershuisje aan de zuidkant van het park. Mensen van de derde leeftijd kwamen er samen om een praatje te doen, samen te kaarten of er een aangename namiddag door te brengen, des te meer omdat ze er dagelijks een gratis kopje koffie mochten ontvangen.

De vele toeristen die in het voor- en najaar te Nieuwpoort verbleven, betreurden toen over geen zwemgelegenheid te beschikken. Het stadsbestuur besliste in 1969 een verwarmd overdekt zwembad te bouwen naast het openlucht bad. Dat openluchtbad werd in 1995 vervangen door de huidige sportzaal.

Het Stadspark kende zijn hoogtepunt in de jaren ’70. Vooral de bloemperken scoorden hoog en werden bekroond met de Olivierarthurprijs van het Tuinbouwcomité.

In 2006 werd het openluchtzwembad afgebroken en vervangen door het huidige overdekte zwembad.

Na de voltooing van de bouw van het overdekt zwembad in 2007 was het de beurt aan de herinrichting van het omliggende Leopold II park.

Brief aan de bevolking op 29 januari 2007 - betrekken in het project - enquete - fotowedstrijd met inzending tot 2 mei 2007.

In een bewonersbrief op 19 juni 2007 de uitnodiging tot de infoavond op vrijdag 29 juni 2007 aanvang om 20.00 uur in de bovenzaal van de stadshalle.

Heraanleg van het Leopold II park.

Officiele opening van het Leopold II park op 30 mei 2010 ter gelegenheid van de Dag van het Park.