Rond de 7de – 8ste eeuw krabbelt de zee achteruit. De kusteilanden worden onder meer en meer zand bedolven en de maritieme vlakte keert weer terug naar een landschap van schorren en slikken. De inham van de IJzer, die tot aan Diksmuide ging, verkleint weer.
Er vormen zich nederzettingen: Lo (841), Veurne (860), Alveringem (857). Uit het Houtland komen de mensen weer strandwaarts en om zich te vestigen wordt een eerste dijk aangelegd.
Door aanslibbing kwam de IJzermonding meer zuidwestwaarts te liggen en kwam aanleunen bij het hoger duineneiland waar later Nieuwpoort zal worden opgebouwd. Met betrekking tot de beschermde duin wordt in de 11de eeuw voor het eerst van “Sandeshoved” gesproken.
Hoe ook, is het te verwonderen dat de Westhoekers, vissers en de anderen, die generaties lang zich hebben moeten weren tegen de zee, tegen jan en alleman, van het stugge en taaie soort mensen zijn geworden?
In elke eeuw brak de zee weer binnen: minder erg dan de vorige was deze derde Duinkerkse transgressie, maar toch spoelde de hele streek weer onder tot tegen Diksmuide. Nogal logisch gaat de bevolking toevlucht zoeken op de hoger liggende delen en we kunnen geredelijk aannemen dat Zandhoofd, dat nooit onderliep, meer en meer volk begon te trekken.
De aanslibbing en de indijking verlopen nu echter veel sneller dan vroeger, grotendeels onder impuls van de abdijen van Koksijde en Oudenburg.
Nieuwe dorpen worden gesticht: Oostduinkerke (1080), Ramskapelle (1120)….
Het lange duinengebied wordt groter en groter door aanslibbing. Schorren, ideaal voor schapenteelt, komen ertegenaan te liggen.
1085 | Abt Ingelbrecht van St.-Winoksabdij te Bergues ruilt met Robrecht de Fries een hoeve gelegen op Sandashovad. | |
1108 | Graaf Robrecht schenkt de abdij van Broekburg een Schorre die de naam Sandashovad draagt. | |
1120 | Een bulle van paus Calixtus II vermeldt Sandeshove. | |
1183 | De bewoners van Sandeshove (toen nochtans reeds officieel herdoopt tot Nieuwpoort) richten een schrijven tot de paus Lucius III. |
Na ettelijk jaren (o.a. in 1274 en 1365) zullen de twee namen: Sandeshove en Nieuwpoort door en voor elkaar worden gebruikt. Maar de welluidende en veel oudere Sandeshove heeft het moeten afleggen tegen Novus Portus ofte Nieuwpoort.
Niet alleen Nieuwpoort en Sandeshove worden nog lange tijd met elkaar vereenzelvigd. In 1150 wordt ook nog Isera Portus vermeld. In 1163 is er sprake van Neoportus en Novum Oppidum. Toch wordt Novus Oppidun (Nieuwpoort) meer en meer gebruikt en haalt tenslotte de bovenhand.
Waarom die herdoop, In 1150 was Isera Portus reeds uitgebreid tot een nederzetting die Lombardsijde, nochtans een stad, in belang over het hoofd was gegroeid. Tot overmaat van ramp voor de Lombardsijdenaars verzande de noorderarm van de IJzer meer en meer, zodat naar een geschikter vesting voor een haven moest worden uitgekeken. Graaf Filips van den Elzas deed wat voor de hand lag: hij creëerde een gans nieuwe stad die het oudere Zandhoofd inpalmde, planmatig verkaveld met rechte straten, wallen errond. Om zijn steun daadwerkelijk te maken gaf hij de nieuwe haven en stad een keure, met rechten en vrijheden en tenslotte een nieuwe naam voor altijd vastgelegd: 1163: NOVUS OPPIDUM.
Van dan af is de geschiedenis van onze stad geboekstaafd, netjes en ordentelijk, maar niet minder woelig dan voorheen.
Een natuurlijk haven als Nieuwpoort moest fataal het mikpunt worden van veel militaire ambities. Zonder van de Romeinen, en komsoorten te spreken heeft de stad volgende belegeringen overleefd:
1213 | Frans beleg en vernieling van de stad. | |
1299 | kortbeleg en inname | |
1328 | inname zonder tegenstand | |
1383 | De stad wordt in brand gestoken en vernield. Engelsen (huurlingen) terugkomenden van het beleg rond Ieper. | |
1489 | Fransen en Bruggelingen: de belegering werd afgeslagen dank zij de hulp van de moedige Nieuwpoortse vrouwen, waarvan Mathias Reynoudt zegt dat zij “soo cloeckelijkcke” vochten als amazonen! | |
1600 | de befaamde slag bij Nieuwpoort |
Op 1 juli aviveerde het Hollandse leger zonder noemenswaardige tegenstand aan de IJzermonding. Aan de overkant van de stroom lag Nieuwpoort, het eerste doel van deze veldtocht. Aartshertog Albrecht had een leger op de been gebracht en was hiermee op 1 juli reeds tot Oudenburg gevorderd. Toen hij dit vernam trok Maurits het deel van zijn leger dat bij laagtij de IJzer reeds overgestoken was terug naar het binnenland. Hij wende de aandacht tijdelijk van Nieuwpoort-Stad af en concentreerde zich op het Spaanse leger dat hem op de hielen zat. Het werd, op 2 juli 1600, een gevecht in regel: de troepen van Maurits op de rechteroever van de IJzer, de manschappen van Albrecht even verderop in de duinen van Lombardsijde en Westende, leken de Spaanse troepen eerder aan de winnende hand, dan wisten de Hollanders het tij in de namiddag te keren en de strijd in hun voordeel te beslechten. Ondanks zijn overwinning liet Maurits het oorspronkelijke plan, nl, de inname van Nieuwpoort, varen en trok zich in Oostende terug. De rust was echter van korte duur. Op 5 juli keerden de Hollandse soldaten naar de IJzermonding terug. Albrechts soldaten hadden zich gehergroepeerd en in Nieuwpoort-Stad verschanst. De Hollanders belegerden de stad maar vielen niet aan. Nieuwpoort deed zijn reputatie van “onneembare vesting” eer aan. Een week later werd het beleg afgeblazen en keerde Maurits onverrichterzake naar het noorden terug.
In 2000 werd de 400ste verjaardag gevierd.
1647 | een belegering wordt afgeslagen |
1658 | weeral de Fransen met hetzelfde resultaat |
1745 | de Franse legers vallen de stad aan die zich moet overgeven |
1793 | de Franse generaal Van Damme belegert Nieuwpoort zes dagen lang en geeft het op |
1794 | terug de Fransen die ditmaal de stad innemen |
19e eeuw
Het kusttoerisme kwam goed op gang na de aanleg van de spoorverbinding die Nieuwpoort-Bad met Brussel verbond. Op 15 augustus 1869 stoomde de eerste trein het station binnen.
20e eeuw
1914 | Nieuwpoort wordt door het Duits geschut praktisch gans vernield, maar nooit ingenomen dank zij de onderwaterzetting van de IJzervlakte. |
In werkelijkheid is op 25 oktober beslist alles in werking te zetten, nadat Cogge te Veurne geantwoord had op vragen van kap.comm. Nuyten. Hij had geopteerd de Overlaat van de Noordvaart te gebruiken, nadat allerlei maatregelen genomen waren aan de spoorwegberm (door de genie). Het leger stelde zijn veto, omdat ze niet wisten hoe ver de Duitsers zaten.
Als alternatief stelde Cogge de werking het Kattesas (Spaanse sas) voor … met de waarschuwing dat het langzaam zou gaan … De eerste poging op 26-27 okt. mislukte, omdat het sas (reeds 20 jaar) eigenlijk onklaar was gemaakt. Een nieuwe poging op 27-28 okt. lukte wél en vanaf dan ging het automatisch … maar bescheiden. [ Er was nog geen springvloed ]
Toen de bijgeroepen ir. Bourgoignie uit Le Havre de militairen bezwoer (28 okt) dan toch de Noordvaart te gebruiken, waagde men het toch in de avond van 29 oktober … zoals Cogge de officieren had verteld op 25 oktober !!
Heel dat project slaagde maar na vier acties …
1. Doordat Cogge aanwijzingen had gegeven voor het afdammen van vier brede waterlopen (tussen Diksmuide en Ramskapelle) doorheen de spoorwegberm en 20 kleine.
2. De aanleg van een banket van 200 m en 2m hoog tussen de Veurnevaartdijk en de spoorwegberm. OMHEEN de barrage van de Koolhofvaart.
3. Het fixeren van de 4 vloeddeuren van het Kattesas.
4. Het afstoppen van duikers langs de Oude Veurnevaart.
Bedenk dat Cogge haarfijn kon uitleggen TERPLAATSE hoe en waar moest gewerkt worden. Ze reden hem per auto er naartoe. Zijn wateringenkaart was nauwkeuriger dan de Stafkaart van het GQG … Zo kon hij aangegeven dat de overstroming slechts max. 3,7. M mocht bedragen, want de spoorwegberm was maar zo hoog.
De inundatie was mede succesvol doordat het regenwater alleen mondjesmaat naar de zee werd afgevoerd aanvankelijk via de Oude Veurnevaart en het Kattesas.
PS De verdienste van Geeraert lag in het feit dat hij zeer goed wist HOE de sluisbedienden werkten. Hij had ook een goed idee van de getijden. Maar wist niets over de verbindingen van de slootjes in de polder … wel over de Veurnevaart, IJzer en Lovaart : hij was tenslotte binnenschipper. |
1940 |
de stad wordt door de Duitsers beschoten en bezet. Ditmaal voor meer dan vier jaar. |
België en Nederland werden op 10 mei 1940 door Duitsland aangevallen. België capituleerde na 18 dagen verzet op 21 mei. De daaropvolgende bezetting duurde in België tot 17 september 1944.
Op vrijdagmorgen 10 mei 1940 wordt de Westhoek gewekt door luchtafweer, geschut en het gerommel van bommen uit de richting Duinkerke. Sirenen en alarm- klokken verbreiden het nieuws: het is oorlog!.
De inwoners raken in paniek en slaan op de vlucht.
Nieuwpoort krijgt het op 25 mei zwaar te verduren. Juul Filiaert “Nieuwpoort wordt zwaar gebombardeerd”.
Op 28 mei om 4 uur capituleert het Belgisch leger. Die dag word in de namiddag ook Nieuwpoort gebombardeerd. De stadshalle wordt getroffen. De Wehrmacht staat voor de deur. Een bom slaat een grote trechter in het marktplein. Burgemeester Van Damme laat witte vlaggen uithangen om aan de Duitse vliegers te tonen dat België gecapituleerd heeft en dat Nieuwpoort een open stad is. De kerk is nog niet geraakt.
Op 28 mei 1940 wordt de Arkebrug door de Britten opgeblazen. Ze willen verhinderen dat de Duitse 216de Infanterie Divisie langs de westzijde van de Nieuwpoortvaart naar Veurne trekt.
In heel de Westhoek worden de bruggen opgeblazen. Van de sasbruggen en de Arkebrug in Nieuwpoort tot de spoorwegbrug en de Nieuwpoortbrug in Veurne.
Op 29 mei nemen de Duitsers Nieuwpoort en Veurne in. Een Duitse voorhoede is onverwacht vroeg, namelijk op 29 mei, om 11 uur te Nieuwpoort aangekomen. De Britten hebben de Langebrug nog niet opgeblazen en Duitse Infanteristen stormen erover en bouwen er dadelijk een klein bruggenhoofd uit. Er wordt bloedig gevochten. De huizenrij langs de sluizen wordt aangevallen. Het “café de l’Yser” is vernield. Hevige gevechten aan de kaai. De kolenhangaars worden vernield. Bij het binnenkomen wordt de stad door de Britse artillerie beschoten. Het Klein Gewin in de Marktstraat gaat in de vlammen en ook het dak van de Onze-Lieve-Vrouwekerk vat vuur en de kerk staat op instorten (kerk was pas heropgebouwd in 1922 na de verwoesting in de Eerste Wereldoorlog).
Wat blijft over van een stad na een urenlange beschieting? De kerk is verwoest en 80 huizen alsook de kaai. De provinciale commissaris van Wederopbouw, Demeyere komt op bezoek te Nieuwpoort (30 oktober 1940); en begin november is er door architect Viérin van Brugge het plan van vóór 1914 gebruikt voor het herstel van de Hallen. Men begint ook aan een gedeeltelijk herstel van de Onze-Lieve-Vrouwekerk.
Op 1 september 1944 laten de Duitsers de kaaien van de haven van Nieuwpoort springen.
Vanaf 5 september 1944 brak ook voor de Westhoek het einde van de bezetting aan.
Op 7 september 1944 wordt Nieuwpoort zwaar gebombardeerd door de kustartilerie van Groenendijk.
Op 8 september worden de eskadrons B en C naar Nieuwpoort gestuurd. In de vroege morgen waren Duitsers opnieuw de stad binnengedrongen en hadden er de gevangenen Duitsers uit het stadhuis bevrijd. Bij de aftocht naar Lombardsijde steken de Duitsers de Lange Brug in brand. De Duitse kust artillerie begint opnieuw te schieten en er worden enkele gebouwen beschadigd, o. a. de gedeeltelijk herstelde Onze-Lieve-Vrouwekerk.
Op 9 september is de 2de Canadese Infanterie meester over de stad.
Dat het sluizencomplex van Nieuwpoort met de hulp van het verzet op 8 september ongeschonden in handen kwam van de Canadese bevrijders, valt niet te onderschatten. De vernieling van de sluizen zou een ramp betekend hebben voor de Westhoek. Liefst 41.300 hectaren poldergrond zouden lange tijd onder water komen te staan en elke landbouwwinning onmogelijk gemaakt hebben.
Op 7 mei capituleert Duitsland.
Hongssnood alom. Gelukkig waren er tijdens de oorlog spectaculaire haringvangsten. In de periode 1942 – 1944 werd ruim zeventig miljoen kilo gevangen, waarvan meer de vijftig miljoen kilo via de haven van Nieuwpoort aangevoerd werd.
Dinsdag 6 juni 1944 staat in ieders geheugen gegrift als D-day, de landing van de geallieerde troepen in Normandië tijdens de Tweede Wereldoorlog. Deze grootse militaire operatie luidde het begin in van de bevrijding van West-Europa.
DE CANADEZEN KOMEN ERAAN
In de late namiddag van donderdag 7 september 1944 duikt aan De Ganzepoot een groep Canadese militairen op. De mannen behoren tot het C-eskadron van het 12de Manitoba Dragoons, de verkenningsgroep die de opmarsmogelijkheden voor de achterliggende pantsertroepen moet uitstippelen.
De Canadezen zijn in Nieuwpoort om het sluizen- en sassencomplex veilig te stellen. De Duitste bezetter heeft springladingen onder De Ganzepoot aangebracht en de vrees bestaat dat deze zullen ontploffen.
Het verrassingseffect speelt in het voordeel van de Dragoons. Ze nemen zo’n 40 Duitsers gevangen die verscholen zaten in een bunker bij de sluizen. De mannen worden onder bewaking van plaatselijke verzetsheden in het Stadhuis achter tralies gezet. Nu de beperkte weerstand van de bezetter gebroken is, trekt het eskadron Canadezen Nieuwpoort binnen. De verschijning van deze geallieerde eenheid zorgt voor uitzinnige vreugde en opluchting onder de inwoners van de stad.
DE DUITSERS SLAAN TERUG
Omstreeks 18u. worden de festiviteiten abrupt afgebroken wanneer twee Duitse kustbatterijen in Groenendijk en Westende hun kanonnen op Nieuwpoort richten. De aanval geldt als vergelding voor de Canadese intrede. Bij de urenlange beschietingen wordt zware schade toegebracht aan de net opgelapte Onze-LieveVrouwekerk. De Manitoba Dragoons worden verondersteld de komst van de 2de Canadese Infanteriedivisie af te wachten, maar moeten zich door het vijandelijke vuur noodgedwongen uit de stad terugtrekken. De controle over Nieuwpoort-Stad wordt overgedragen aan verzetslieden van de Witte Brigade.
’s Anderdaags wordt duidelijk dat de eerste bevrijdingspoging met een sisser is afgelopen.
In de vroege ochtend van vrijdag 8 september slaagt een Duits peloton erin om vanuit het naburige Westende Nieuwpoort binnen te sluipen. Het lukt hen om de 113 gevangen medestrijders in het Stadhuis te bevrijden. Bij de aftocht steken ze de Langebrug in brand.
EINDELIJK BEVRIJD!
Later wordt de stad vanuit verschillende richtingen benaderd door Canadese patrouilles die de tegenaanval inzetten. In de namiddag valt Nieuwpoort in handen van het South Saskatchewan Regiment. Op zaterdag 9 september, nauwelijks twee daggen na de eerste bevrijdingspoging, wordt de tegenstand definitief afgebroken.
DE LAATSTE STUIPTREKKINGEN
In Nieuwpoort-bad is de Duitse aanwezigheid op vrijdag 8 september 1944 al sterk verminderd. De Duisters hebben zich teruggetrokken in de batterij van Groenendijk, tussen de Kinderlaan en het Koningin Elisabeth Instituut.
Ondanks zware bombardementen en onderhandelingspogingen geeft batterij Groenendijk geen krimp. Om de Duitse tegenstanders op de knieën te dwingen, wordt de watertoevoer naar de verschansing toegedraaid. Op12 september 1944 geeft batterij Groenendijk zich over.
Een dag later zwicht ook de kustartillerie in Westende.
Een aantal weetjes:
De herinnering aan de Canadese bevrijdingstroepen beperkt zich niet tot eervolle vermeldingen in de geschiedenisboeken, ze is ook nadrukkelijk aanwezig in het Nieuwpoortse straatbeeld. - In de voormalige Hofstraat, één van de toegangswegen die de Canadese militairen gebruikten om de stad te bereiken, werd halverwege 1945 herdoopt tot de Canadalaan. - In de schaduw van het Koning Albert I-monument staat een Canadese esdoorn. De boom werd er geplant in 1984 ter herdenking van de bevrijding van Nieuwpoort door de 2de Canadese Infanteriedivisie, meer bepaald de “12de Manitoba Dragoons” en het “South Saskatechwan Regiment” met de steun van het “Essex Scottish Regiment” en de plaatselijke verzetslieden.
Op 8 mei is het Bevrijdingsdag of Wapenstilstand, de dag waarop het einde van de Tweede Wereldoorlog wordt gevierd in de meeste landen.
In België is er geen officiële dag voor de herdenking van de Tweede Wereld Oorlog.
Op 11 november 1918 werd een verdrag getekend door de Duitsers. Dit wordt ook de Duitse capitulatie (val) genoemd. Het is een heel bekend, namelijk om 5 uur 's nachts werd het verdrag in een treinwagon getekend door Maarschalk Foch (generaal van het Franse leger) en de Duitse delegatie. Daarna vielen echter nog heel veel slachtoffers. De wapenstilstand ging pas echt in om 11 uur.
Tijdens de tweede wereldoorlog schudden de Amerikanen en de Russen op 25 april 1945 de hand. Hitler begreep dat hij verloren had en pleegde dan een paar dagen later zelfmoord op 30 april 1945. Op 7 mei 1945 werd dan officieel de overgave getekend met het definitieve einde van de tweede wereldoorlog.
11 november is dus officieel de herdenking van de eerste wereldoorlog, maar ook de vele slachtoffers van andere oorlogen worden op deze dag herdacht.
Voor de herdenking van het einde van de tweede wereldoorlog is er in een België geen officiële feestdag.
Na de Tweede Wereldoorlog werden de haven en het kusttoerisme te Nieuwpoort verder uitgebreid. Om dit te realiseren nam de stad in 1949 uitbreiding langs de IJzermonding via samenvoegingen van gebieden ten koste van Lombardsijde, Westende en Ramskapelle. In het westen werd Nieuwpoort-Bad, dat volledig op het grondgebied van de gemeente Oostduinkerke lag, aangehecht. Het grondgebied van de stad verviervoudigde meteen in oppervlakte: van 2,05 km² naar 8,11 km².
In 1971 werden de gemeenten Ramskapelle en Sint-Joris volledig bij Nieuwpoort samengevoegd samen met een gebiedsdeel van Westende zodat de oppervlakte nogmaals bijna verviervoudigde naar 29,67 km². In 1977 werd dan nog het gedeelte van Lombardsijde met het militaire kamp ten westen van de Kustlaan bij de stad Nieuwpoort gevoegd.
Albert I monument
Het Koning Albertmonument werd opgericht op initiatief en met steun van de oudstrijdersverenigingen van de Eerste Wereldoorlog. De boorden van de IJzer werden als plaats hiervoor gekozen om de grote rol die de stroom tijdens deze oorlog speelde. Het gedenkteken dateert uit 1938 en is een ontwerp van Julien de Ridder. De beeldhouwer is Karel Aubroeck. Het monument is cirkelvormig en heeft een diameter van 30m. Twintig zuilen van baksteen uit de IJzervailei dragen een ringbalk van 100m omtrek, boven een kruisvormig terras. Boven op de ringbalk is een wandelgang met orientatietafels, die een prachtig uitzicht over de IJzerviakte biedt. Het monument werd in 1973 - 1974 grondig gerestaureerd. De eerste zondag van augustus wordt hier het Nationaal Huldebetoon aan Z.M. Koning Albert I en de helden van de IJzer gehouden. Westfront is het gloednieuw centrum dat opgebouwd werd onder het Albert I-monument. De sluizen en de onderwaterzetting in Nieuwpoort spelen een centrale rol in het verhaal.
Beiaard
Vanaf 1413 maken de stadsrekeningen melding van levering of herstel van een "enghiene met appeelen", van "eenen man slaende en betekenende de ueren van den daghe" De klokken werden vanuit Brugge en Amsterdam per barge naar Nieuwpoort gebracht. Ondertussen is de reeks klokken op de halletoren zodanig uitgebreid dat de ganse inrichting omstreeks 1680 naar de stadstoren, die nooit voltooid werd, overgebracht werd waar, in een ruimere campanile, de beiaard beter tot zijn recht kon komen.
In 1735 werd deze beiaard, die in feite een amalgaam was van allerlei klankkleuren en derhalve niet zeer welluidend kan geweest zijn, door een nieuwe vervangen, gegoten door Pieter Vanden Gheyn uit Leuven. Enkele jaren later leverde Georgius Dumery uit Brugge nog enkele klokken. Deze beiaard werd volop ingeschakeld in het openbaar leven te Nieuwpoort:
"Zondag 24 juny 1860 's morgens om zes ure zal de kermis door het luiden van de klok, beyaerd spelen, losbranden van het kanon, vercieren der straten en gebouwen, en bevlaggen der schepen in de haven, aangekondigd worden."
De wereldoorlog 1914-1918 heeft hier bruusk een einde aan gesteld: de beiaardtoren werd door de Belgische Genietroepen op 17-10-1914 gedynamiteerd; alleen wat stukken brons, enkele beschadigde klokken en de handbeschermers van L. Deschieter, laatste beiaardier van de 'vooroorlogse' reeks zijn bewaard gebleven.
1952 is het jaar waarin te Nieuwpoort, na een onderbreking van meer dan 35 jaar, de beiaardtraditie terug opgenomen werd; er is evenwel een groot onderscheid: zowel de toren, voor wat de architectuur betreft, als de diachromatische vieroctaafsbeiaard, voor wat de klokkenreeks en de stemming betreft, wijken wezenlijk af van de voorgaande.
De huidige toren is als bouwwerk voltooid en past bij de stijl van het kerkgebouw. De reeks van 67 klokken (basis Es, 1407 kg) werd gegoten door Marcel Michiels Jr., klokgieter te Doornik en werd gestemd volgens de Pythagorese stemming. Het delicate werk werd, dank zij de kunde van de klokkengieter en dank zij het toezicht door Victor Van Ghysegem, een deskundige met internationale faam, tot een goed einde gebracht.
Dit keer werd de beiaard als muziekinstrument in de klokkenkamer opgesteld en niet meer als versierend element in de campanile, zoals vroeger gebruikelijk, ook te Nieuwpoort. In 1992 werd de ganse installatie (met uitzondering van de klokken) vernieuwd door de firma Clock-O-Matic uit Holsbeek (B) waarbij de nieuwste technieken toegepast werden. Er worden regelmatig beiaardconcerten georganiseerd.
Crypte en schatkamer O. L. Vrouwekerk
Boven de deuropening zie je het geschilderd paneeltje dat Onze-Lieve-Vrouw voorstelt terwijl ze waakt over de graven van de gesneuvelden aan de IJzer. Het werk is van de hand van W. Vanbillemont naar R. Cayman.
De mooie vloertegeltjes met leliemotief zijn wellicht niet afkomstig uit de kerk van vóór 1914, wellicht was het wél zo'n soort.
Aan de wanden hangen vier gedenkplaten.
Een eerste plaat herinnert aan de 54 militairen die in de omgeving het leven lieten tijdens de Eerste Wereldoorlog.
Een tweede plaat vermeldt de namen van 26 burgerslachtoffers 1914-1918.
Een derde plaat vermeldt de 87 gesneuvelden van het 3de Bataljon van het 2 de Regiment Franse Mariniers, gevallen in 1915:
- links lezen we de 47 namen met de vermelding:
" Ils ont été inhumés autour de cette église en l'an 1915"
- rechts zien we 40 namen met de vermelding:
Ils ont été inhumés dans les tranchées devant Lombartzijde en I'an 1915"
- uit meerdere van deze namen blijkt duidelijk de Bretoense herkomst van deze soldaten.
Een vierde plaat werd geschonken door zeelieden van Grand Fort Philippe bij Gravelines ter nagedachtenis aan de bemanning van het Nieuwpoortse vissersvaartuig N.45 "Zenobie Velghe" dat op zee verging op 19 februari 1945. Lieten toen het leven op zee: Charles Depotter, Camille Cuveele, Maurice Tornay, Robert Cuveele.
KW 2022-03-28
Cultuurhuis (’t Kasteeltje)
Op de hoek van de Hoogstraat en de Langestraat staat het voormalige hôtel de I'Espérance of 't Kasteeltje, thans het "Cultuurhuis" genoemd. Dit gebouw is representatief voor de architectuur van de burgerhuizen uit de 17de eeuw, nl. de traditionele, Vlaamse renaissancestijl. Dankzij een waarheidsgetrouwe wederopbouw in de naoorlogse jaren (1920-25) charmeren zulke gevels thans nog steeds het stadsbeeld. Het Cultuurhuis heeft een L-vormig grondplan. De gevels bestaan hoofdzakelijk uit baksteen; euvillesteen (een gepolijste kalksteen) werd gebruikt voor het vervaardigen van de kruiskozijnen in de ramen. De lijsten rond ramen en nissen hebben ofwel een korfboogvormige, ofwel een tudorboogvormige sluiting. Andere typische kenmerken van deze bouwstijl zijn : trapgevels en dakkapellen, een gevoelig verhoogde begane grond, spitse puntgevels met lelieankers en aediculavensters. Momenteel is de stedelijke muziekacademie in dit pand gehuisvest en vinden in de cultuurzaal verscheidene culturele voordrachten en tentoonstellingen plaats.
IJzergedenkteken
Gemaakt door beeldhouwer Pieter Braecke.
Het stelt een vrouw voor die, boven een hoge zuil, afgewend van de vijand, de Belgische kroon beschermend in de handen houdt. De vier figuren rond het gedenkteken verbeelden de weerstand (voorgesteld door een blinde, een verminkte, een zieke en een gegazeerde soldaat). Het werd ingewijd op 26 oktober 1930. Iepersluis.
Jachthaven
Stroomafwaarts van de vissershaven is er de "Eurojachthaven". Er zijn drie jachtclubs die zowat 2000 ligplaatsen beheren. Daarmee heeft Nieuwpoort de grootste jachthaven van Noord-Europa.
De vlotkorn heeft een wateroppervlakte van 3,5 hectare en een aanlegcapaciteit van ca. 450 boten. Er zijn twee vlottende steigers en twee vaste hellingen.
De Noorderhaven op de rechteroever van de havengeul werd in 1969 in gebruik genomen. Dit gedeelte is voorzien van zeven vlottende steigers met een lengte van 60 meter elk en één vlottende steiger van 125 meter, wat de totale aanlegcapaciteit op ca. 300 boten brengt.
Orgelpunt in de uitbouw van de jachthaven is ongetwijfeld de realisatie van het insteekdok dat in open verbinding met de havengeul staat. Dit dok, Novus Portus genoemd, heeft een wateroppervlakte van liefst 12,5 ha en is voorzien van twee vaste scheepshellingen.
Samen met 1930 meter vtottende steigers betekent dit een aanlegcapaciteit van ca. 1200 jachten, nt. 700 van de VVW (Vtaamse Vereniging voor Watersport) Nieuwpoort en 500 van de WSKLuM (Watersportkring van de Luchtmacht).
De KYCN (Koninklijke Yachtclub Nieuwpoort) is gelegen in de vlotkom en heeft haar clubhuis op de Kromme Hoek.
In het jaar 2018 is het insteekdok heringericht met de vernieuwing van de vlottende steigers.
Jeanne Panne
Jeanne was de dochter van Jan de Deyster en Cathelijne Goossen. Het is niet onbelangrijk te vermelden dat Jan de Deyster te Sint-Joris de naam had een tovenaar te zijn.
Jeanne de Deyster trouwt in 1617 met Jan Panne. Jan Panne was bakker en baatte een bakkerij uit in de Sinte-Mariestraat, de huidige Recollettenstraat. Het was een vruchtbaar huwelijk, Jeanne bracht elf kinderen ter wereld.
Jeanne was niet ongeletterd. Ze was een gewiekst handelaarster die het niet als een zwaar vergrijp beschouwde de belasting op de tarwe te ontduiken.
Haar man overleed toen ze vooraan in de vijftig was. Ze verloor tien van haar kinderen, ze stierven een natuurlijke dood. In 1650 was alleen Joorkin nog in leven. De natuur had haar ook niet verwend. Ze had geboortevlekken aan de slapen en op de dij, haar lichaam vertoonde sporen van ettergezweilen en onder haar rechter wenkbrauw had ze "een roode ronde pleck".
In 1648 stond Jeanne Panne op het punt te hertrouwen met Frans de la Banst uit Pervijze. De ondertrouw had reeds plaats gehad en de torte's vierden dit bij kaarslicht. Ze stond op en ging, zonder een woord te zeggen, in het donker naar de winkel waar ze een korte tijd bleef. Voor zich uitstamelend kwam ze terug in de kamer en vertelde aan haar verloofde dat de geest van haar overleden man haar stom zou maken indien ze hertrouwde. Het huwelijk bleef uit.
Het waren ongetwijfeld Jan Jacobs en de moeder van Ryckewaert Schroo die Jeanne Panne als heks aanklaagden. Zowel Ryckewaert Schroo als de dochter van Jan overleden (beiden ziek) na een bezoek van Jeanne.
Na haar aanhouding werd ze op 10 mei 1650, door de burgemeester en schepenen, naar de pijnbank verwezen. Vooraleer op 12 mei in de halsband geplaatst te worden, werd ze nog onderzocht door enen Mr. Andries "exploicteur criminele der stede Brugge" die onder haar rechter wenkbrauw een ronde vlek ontdekte die ongevoelig bleek te zijn voor de speldenprikken die hij aanbracht. Het stigma diabolicum, het teken dat Jeanne Panne een pact gesloten had met de duivel, was gevonden. Na een Jaatste poging de duivel uit te drijven, wordt Jeanne Panne om 11u 's avonds in de halsband geplaatst. Nadat ze op het heilige kruis gezworen had aan de duivel te verzaken en de genade van god afgesmeekt had, werd Jeanne Panne op 13 mei 1650 uit de halsband verlost. Op 14 mei bevestigde zij "libre ende buuten torture" haar bekentenis. Nog dezelfde dag werd ze veroordeeld tot de brandstapel. Het vonnis werd uitgevoerd op 16 mei 1650. De kosten van het proces vielen ten laste van de veroordeelde, haar goederen werden geconfisceerd.
Kinderboerderij
Kinderen opnieuw in aanraking laten komen met het boerderijleven. Ze zelf producten, die slechts gekend zijn uit de winkels, laten ontdekken en verwerken en ze ook de kans geven om dieren in levenden lijve te bekijken en aan te raken.
Dat is de opdracht die de Kinderboerderij 'De Lenspolder' doorheen de 4 seizoenen tracht waar te maken. De boerderij beschikt over een erf met rondscharrelend pluimvee, konijnen, een vijver met verschillende eendensoorten en schildpadden, een weide met geiten, schapen, varkens, kleine paardjes en andere hoefdieren. Bovendien organiseert 'De Lenspolder' in de 2 bio-lokalen maar liefst 67 educatieve activiteiten, gaande van 'brood bakken' tot 'zelf papier maken' en 'milieubeheer'.
Ontspanning krijg je in het cafetaria of op het klein speelplein. Vooral een aanrader voor school- en jeugdgroepen.
Koolhofput
Deze diepe waterput van 10 ha is ontstaan door uitgraving van zand voor de aanleg van de A18 (Jabbeke-Veurne-Calais). intussen is de Koolhofput een pleisterplaats voor mens en dier geworden. Watervogels en vissen enerzijds, vissers, wandelaars en natuurlief-hebbers anderzijds voelen er zich thuis. In het kader van de landin-richting werd de Koolhofput verder voorzien van observatiehutten, paaiplaatsen, een wandelpad en beplantingswerken. Ook de hengel-sporters komen aan hun trekken met de aanleg van een hengel-platform en een parking. Vlakbij vind je enkele oorlogsrestanten uit de Eerste Wereldoorlog.
Natuurreservaat “De IJzermonding”
Een natuurreservaat met een zeldzame rijkdom aan fauna en flora die, behalve in het Zwin, in België zijn gelijke niet vindt. Het zoete water van de IJzer, de enige rivier in België die rechtstreeks in de Noordzee uitmondt, vermengt er zich met het zilte zeewater. Door de getijdenwerking heeft er zich een enig slikken- en schorrengebied gevormd, een ideale voedingsbodem voor een rijke variëteit aan bodemdieren zoals wormen, slakken, wieren, schelpen en kreeftachtigen. Geen wonder dat waadvogels van allerlei pluimage zoals de scholekster, de bonte strandloper en de wulp hier bij laag tij hun kost komen bijeen scharrelen.
De voortdurende wisselwerking tussen zout en zoet water in de IJzermonding schept tevens een bijzondere biotoop, gekenmerkt door zoutminnende planten zoals de zeekraal, de zeeweegbree en de lamsoor.
Bezoeken zijn enkel mogelijk onder begeleiding.
O.L. Vrouwekerk
Nadat in 431 Maria was uitgeroepen tot 'Moeder van God' verrezen er nagenoeg in alle steden van Europa Maria- of Onze-Lieve-Vrouwekerken.
De hoofdkerk van Nieuwpoort, de O.L.Vrouwekerk staat bij het Marktplein. Het eigenlijke kerkgebouw werd na de complete verwoesting door beschieting in WO I, weer opgebouwd tussen 1920 en 1923 in de toestand van na de restauratie van rond de eeuwwisseling (1899 - 1905). Uit deze restauratie is aan de zuidzijde van de kerk een stuk zuil overgebleven, die ook nu nog herinnert aan de vierde kerkbeuk die in 1834 werd afgebroken.
De kerktoren (eigenlijk een beiaardtoren eigendom van de stad) dateert van een nog latere periode. In 1952 voltooid, herbergt deze toren nu de beiaard. Voor de Eerste Wereldoorlog stond hier een renaissancetoren uit de 17de eeuw die echter volledig vernield werd.
Bouwgeschiedenis :
1165 | Er wordt een kapel opgericht onder het patronaatschap van de Sint-Niklaasabdij van Veurne. Deze groeit vlug uit tot een éénbeukig Romaans kruiskerkje met hoofdbeuk, transeptarmen en koor. |
|
1300-1325 | Het koor wordt tot een driebeukig hallekoor vergroot. De vlakke sluiting blijft echter behouden en vormt een stilistische reminiscentie aan de Romaanse architectuur. |
|
15de eeuw | De benedenkerk wordt tot drie gelijkwaardige hallen in gotische stijl vergroot. | |
16-18de eeuw | In deze periode worden een aantal veranderingen en verbouwingen uitgevoerd, die echter naderhand weer teniet gedaan worden. Zo fungeert de brede dwarsbeuk enige tijd als hoofdbeuk met een ingangsportaal aan de noordzijde en een vijfzijdig koor aan de zuidkant. |
|
1631 | De bouw van de renaissance-toren in het zuidoosten wordt gestart, maar verder dan de vierzijdige onderbouw geraakt men niet. |
|
1735 | De toren wordt "barok" voltooid met een achtkantige bovenbouw en een helmvormige spits. |
|
1914-18 | Tijdens de Eerste Wereldoorlog wordt de Onze-Lieve-Vrouwekerk volledig verwoest. | |
1922 | Met uitzondering van de toren wordt de gotische hallenkerk historiêrend heropgebouwd. J. Viérin uit Brugge is de architect. |
|
1946 | Herstelling van de schade na de brand van 1940 en 1944 toen de daken en de gewelven instortten. |
|
1952 | Ten noorden van de noordelijke dwarsarm bouwt men een vrijstaande neogotische toren, naar een ontwerp van de architecten J. en L, Viérin. |
|
2013 | Renovatie buitenkant |
Polders
De bouw van dijken, de aanleg van sloten en kanalen, het aanbrengen van sluizen hebben er toe geleid dat het oorspronkelijk slikken- en schorrenlandschap, van het hinterland, tot vruchtbare landbouwgrond ingepolderd werd. Zonder ingenieus afwateringssysteem zouden de polders bij springtij nog steeds blank staan. Een cruciaal punt in het drainagesysteem is het sluizencomplex "De Ganzenpoot". Door het openen van de uitlaatsluizen bij eb wordt, via de havengeul van de IJzer, het overtollige polderwater in zee geloosd.
Politisecretariaat Langestraat
Dit voormalige stadhuis werd in 1922 nagenoeg volledig heropgebouwd volgens het renaissance uitzicht van 1513-'16. In de pilastergevel, een gevel in baksteen rustend in een sokkel van zandsteen, ziet men een rondboogportaal. In de nis stond een madonnabeeld met kind in art nouveaustijl vervaardigd door P. Braecke. In 1988 werd een kunststenen kopie van dit beeld, vervaardigd door Françoise Gutman, in de nis geplaatst.
Tegen de voorgevel hangt een bronzen plaat met o.m. de volgende tekst "Verbroedering van den opnemingsdienst der artillerie 1914-1918".
In 2018 is de buitenzijde van het gebouw geretaureerd.
Sint-Laurenstoren of Duvetorre
Deze ruïne aan de Willem De Roolaan, is een overblijfsel van de voormalige SintLaurentiuskerk. De kerk werd verwoest en in 1384 omgebouwd tot versterkte waterburcht. Rond 1820 werd de oude kerktoren, die als uitkijkpost fungeerde, verbouwd tot buskruitmagazijn. In 1917, tijdens WOI, werd de toren beschoten en bleef slechts één derde van de oorspronkelijke hoogte over.
In de volksmond wordt deze toren de "Duvetorre" genoemd. Dit heeft echter niets te maken met de duiven die erin nestelen, maar alles met de duivel. Hier, in de schaduw van de toren, hield Jeanne Panne haar heksensabbat en had ze haar afspraakjes met de duivel.
Sluizencomplex “De Ganzenpoot”
De vannen of uitlaatsluizen maken mogelijk dat de lage polders zich kunnen ontdoen van het overtollige water, terwijl de sluizen het waterpeil van de kanalen ten behoeve van de scheepvaart regelen. De deuren van de vannen zijn bij vloed gesloten, bij eb worden ze geopend om het overtollige water naar zee te loodsen. De eigenlijke sluizen worden gebruikt voor het versassen van schepen.
Via de "Ganzenpoot" staat de Havengeul in verbinding met liefst zes verschillende verkeers- en/of drainagerichtingen. Van noord naar zuid hebben we achtereenvolgend: Het Nieuw Bedelfverlaat: een afwateringskanaaltje van de polders.
De Gravensluis: het kanaal Nieuwpoort-Plassendale vormt een ontsluiting naar de Oostkust toe.
Het Springverlaat: de kreek van Nieuwendamme is een voormalige, meanderende loop van de IJzer en verzorgt de afwatering van de Nieuwlandpolder.
De lepersluis: de huidige IJzer.
Het Veurne-Ambachtverlaat: de aflossingsvaart staat in verbinding met de Noordvaart en de Slijkvaart. Het regelt de drainage van de polders van Ramskapelle en vormde een belangrijke schakel in de onderwaterzetting in 1914 die de Eerste Wereldoorlog een beslissende wending gaf.
De Veurnesluis: het kanaal Nieuwpoort-Duinkerke ontsluit de Westhoek en vormt een verbinding met de Noord-Franse haven, Duinkerke.
In het verleden heeft het sluizensysteem van Nieuwpoort, door onderwaterzetting, er herhaaldelijk voor gezorgd de stad te vrijwaren van overrompeling en bezetting door vreemde legers. Franse en Duitse invallers hebben het aan den lijve, en tot hun scha en schande, moeten ondervinden.
De onderwaterzetting in 1914: op 4 augustus 1914 breekt de hel los en rolt de pletwals van de Duitse keizer Willem II ons land binnen. Koning Albert I doet een tragische oproep om de laatste lap grond die nog rest, afgezoomd door IJzer en leperlee, en met de zee in de rug, tot het uiterste te verdedigen. Deze verdedigingslinie houdt stand dankzij een bondgenoot die de IJzer in eigen bedding meedraagt en waarop, tijdens de veie belegeringen zo vaak reeds in het verleden, Nieuwpoort een beroep kon doen: het water! Toezichter van de Noordwatering, Karel Cogge, uit Veurne, kent het hydraulische net van vaartjes, beekjes en afvoerkanaaltjes die via de Nieuwpoortse sluizen hun water met de IJzer uitwisselen; en schipper Hendrik Geeraert uit Nieuwpoort weet hoe en waar met het materiaal om te gaan. Het water stijgt, sluipt buiten zijn oevers en zet de vlakte blank: het dwingt de vijand zich terug te trekken. Het front zal hier gestabiliseerd blijven tot het zegevierend eindoffensief in 1918.
Sportpark (Dudenhofenlaan)
Dit park werd in 1981 ingehuldigd. Het werd in opdracht van BLOSO en op verzoek van het Nieuwpoortse stadsbestuur ontworpen. Het complex bevat: 2 voetbal-velden, I omnisportplein (volley-, basket- en handbal), 1 atletiekveld met piste en petanquebanen.
Een nieuw te bouwen sportcomplex zal dit vervangen.
Stadhuis
Het Stadhuis dateert in zijn huidige vorm in Vlaamse neo-renaissance uit 1922. Op het gelijkvloers is o.a. de dienst Toerisme onderbracht. Het vroegere stadhuis, aan de Langestraat, doet thans dienst als politie-commissariaat.
Het huidige stadhuis, palend aan de zuidkant van het Marktplein, dateert uit 1922 (cfr. ankerdatering op de zuidgevel). Bij de wederopbouw na de Eerste Wereldoorlog streefde men er naar om alle belangrijke openbare gebouwen nabij het marktplein te concentreren. Voor de bouw van het nieuwe stadhuis dienden daarom liefst vier handelaarsgezinnen hun woning te ontruimen. Het stadhuis huisvest thans, naast de stedelijke administratieve diensten, het VVV-kantoor. Het interieur bevat een rijke verzameling kunstwerken waaronder etsen, tekeningen, aquarellen, schilderijen en beelden. Bouwkundig behoort dit stadhuis tot de neo-vlaamse renaissance. Boven de korfboogdeur is het vroegere wapenschild van de stad aangebracht. Het bestaat uit de afbeelding van een ploegende boer en een visser met anker. Bovenaan wordt de Latijnse benaming van de stad, nl. "Novus Portus" vermeld.
In het midden van het Marktplein bevindt zich een arduinen steen met de aanhef van de Stadskeure van Nieuwpoort, uitgekapt door W. Vermandere. Deze Vrijheidskeure werd aan Nieuwpoort verleend door Filips van de Elzas, graaf van Vlaanderen in 1163. De toekenning van een Stadskeure betekende voor Nieuwpoort een volledige autonomie op bestuurlijk, fiscaal en juridisch vlak. Deze Keure is het bewijs van het belang van Nieuwpoort door de eeuwen heen.
Stadshalle
Naast het Stadhuis op het Marktplein, vind je de Nieuwpoortse Halle, beter bekend onder de naam Stadshalle. Dit gebouw werd geklasseerd met K.B. van 25 maart 1938. Men neemt aan dat er op dezelfde plaats reeds sinds 1280 een halle stond. Dit beklemtoont duidelijk het bloeiende handelsverleden van de kuststad.
De Halle werd in de loop der tijd meermaals verwoest.
De laatste verwoesting dateert uit de Eerste Wereldoorlog. Nadien werd de Stadshalle in zijn oorspronkelijke stijl en met de oorspronkelijke materialen heropgebouwd in 1920. In het recente verleden waren er verschillende musea in ondergebracht, maar sedert de laatste restauratie in 1999 doet de Halle nu nog enkel dienst als tijdelijke expositieruimte en vormt het een uitgelezen decor voor feestelijke ontvang-sten door het stadsbestuur.
Vierboete
Op het kunstmatige schiereiland Kromme Hoek, tussen de vlotkom en de Noorderhaven, werden door het Instituut voor het Archeologische Patrimonium van de Vlaamse Gemeenschap de funderingen blootgelegd van de "Vierboete" uit 1284. Het is wellicht de oudste vuurtoren die ooit aan een Europese kust heeft gestaan, wat het belang van de Nieuwpoortse haven in die tijd nog maar eens aantoont. De toren had een doormeter van 8 meter, 20 meter hoogte en een muurdikte van ± 80 centimeter. Hij was opgetrokken in "moeffen", toenmalige bakstenen van een relatief groot formaat. In 1914 werd dit baken door het Belgische leger opgeblazen en in 1930 werd de nog resterende bovengrondse ruïne genivelleerd. Niet meer zichtbaar.
Vissershaven, visserij en vismijn
Nieuwpoort was gedurende zekere periodes één van de belangrijkste vissershavens van de kust. Dat de visaanvoer in de 12e eeuw belangrijk was blijkt uit de keure van 1163 die de belastingsvoet omvat die dient geheven te worden op haring, makreel, zalm, kabeljauw, schelvis, pladijs, bot, rog en paling. Daar Nieuwpoort herhaalde maIen belegerd werd kende de haven vele hoogtes en laagtes in zijn bestaan en wisselde vaak van functie. Zo was Nieuwpoort ooit de voorhaven van leper en Brugge. Ook was Nieuwpoort op het eind van de 16e eeuw samen met Duinkerke een beroemd zoniet berucht Spaans kapersnest, van waaruit de Hollandse schepen werden aangevallen. Reden genoeg voor Prins Maurits van Nassau om een strafexpeditie te ondernemen tegen beide havens. Een expeditie die zijn beslechting vond in de voor onze noorderburen bekende Slag bij Nieuwpoort op 1 en 2 juli 1600.
In de tweede wereldoorlog was Nieuwpoort de vissershaven waar grote hoeveelheden haring binnengebracht werden, het vissen eiste overigens een zware tol van de vissersbevolking. Met de jaren zestig verminderde de omvang van de Nieuwpoortse vloot en de haven kreeg een nieuwe hoofdbestemming nl, de jachthaven.
De vissershaven is gevestigd aan en historisch vergroeid met het noordwestelijke deel van de stad. Langs de aanlegkade die ongeveer één kilometer lang is, liggen de kleurrijke vissersboten. Specialisten zullen hierin een drietal soorten herkennen, die elk specifiek de opdrachten vervullen in de visvangst nl. garnaalschepen, kusttreilers of kleine middenslagtreilers en middenslag- of grote treilers.
De stedelijke vismijn werd in twee fasen gebouwd. Het oorspronkelijk gebouw uit 1952 werd in 1972 tot zijn huidige grootte uitgebreid.
De vis die op de Nieuwpoortse visveiling aangevoerd wordt is gevangen op de Noordzee in de gebieden kust en west. De schepen die het gebied kust bevissen zijn maximaal 48 uur op zee en de schepen west ongeveer 5 dagen.
Op de schepen wordt de vis onder de beste omstandigheden bewaard en krijgt dan ook op de veiling het hoogste kwaliteitsmerk.
Behoudens bij zwaar weer op zee is de kustvisserij actief van maandag tot en met zaterdag. Dagelijks kan de vis aangeboden worden op de veiling om 7 of 8u 's morgens. Men kan de sfeer het best opsnuiven op maandag, woensdag.en vrijdag.
Vroeger werd veelal de term vismijn gebruikt, gelet op het feit dat de aspirant koper kenbaar maakte dat hij een partij vis wilde kopen door "mijn" te roepen. Thans wordt er niet meer verkocht door middel van afroepen en roepen. Nu wordt de vis geveild met een elektronische klok die gevoed wordt via een informatica-systeem. De koper is zelfs niet meer verplicht zich te begeven naar de veiling, doch kan rustig thuis kopen via PC en een speciale telefoonlijn.
Regelmatig zijn er geleide bezoeken aan de vismijn (vraag de evenementenkalender bij de dienst toerisme).
Verschillende zalen in hetzelfde gebouw doen daarnaast ook dienst als expositieruimte of als feestzaal.
Vissersmonument
Dit monument uit 1958, van de hand van beeldhouwer de Soete, herinnert aan de op zee omgekomen vissers tijdens de laatste oorlog en later. Elk jaar, op Tweede Pinksterdag, is dit het trefpunt voor de hulde aan de op zee omgekomen vissers.
opmaak 2018
geraadpleegd:
Brochure Nieuwpoort A-Z – Toerisme Nieuwpoort -VVV
Onder vuur - De Westhoek in de Tweede Wereldoorlog - Wilfried Pauwels en Carlos Van Louwe
DE BEVRIJDING IN BEELD - De westhoek in september 44 - Wilfried Pauwels en Carlos Van Louwe
Ramskapelle en de Tweede Wereldoorlog – een polderdorp in het spergebied – Heemkring Ramskapelle – Joël Roseeuw
Pers - Tekst bevrijding uit Nieuwpoort uw Stad – nr. 4 – september – oktober 2019
Wikipedia